Eduardo - Bid, uw priesters zijn in gevaar

Onze Lieve Vrouw aan Eduardo Ferreira in São José dos Pinhais, Brazilië op 13 januari 2021:

Vrede! Vanmorgen roep ik u op om voor Brazilië te bidden. Ook deze natie heeft het hart van Mijn Goddelijke Zoon Jezus beledigd met zijn zonden en ongehoorzaamheid aan Gods Woord. De tijd die je nog hebt voor de conversie loopt op. Wees voorzichtig. Bid ook voor mijn favoriete zonen, de priesters. Velen van hen zijn nog steeds in gevaar. Ik ben hier om je tot heiligheid te roepen. Hebzucht en lust hebben veel priesters gescheiden van de weg van God. Bid voor uw pastoors, mijn kinderen. De duivel probeert steeds meer sommigen tegen anderen op te zetten, zelfs in ongehoorzaamheid jegens de Kerk, waarbij hij de hoogste persoon in de Kerk, de paus, bekritiseert.[1]“Het staat de gelovigen van Christus vrij om hun behoeften, vooral hun geestelijke behoeften, en hun wensen kenbaar te maken aan de pastoors van de kerk. Zij hebben het recht, en soms zelfs de plicht, in overeenstemming met hun kennis, competentie en positie, om hun mening over zaken die het welzijn van de Kerk aanbelangen aan de heilige pastoors kenbaar te maken. Ze hebben ook het recht om hun mening aan anderen van Christus 'gelovigen bekend te maken, maar daarbij moeten ze altijd de integriteit van het geloof en de moraal respecteren, de gepaste eerbied tonen aan hun pastoors en rekening houden met zowel het algemeen welzijn als de waardigheid van individuen. . " —Wetboek van Canoniek Recht, 212

Mijn kinderen, word niet moe van het bidden. Bid als gezinnen. Dit is de tijd om in eenheid te bidden. Ik vraag je ook om voor de natuur te zorgen. Elke dag heeft God je lucht en water aangeboden. Zorg voor water. Vervuil de veren niet. Kom en drink het water dat ik hier in dit Heiligdom heb gezegend. Ik vraag je vandaag om gebed, opoffering en boete. Bid ook voor seminaristen en religieuzen. Ik ben de mystieke roos, koningin van de vrede. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Print Friendly, PDF & Email

voetnoten

voetnoten

1 “Het staat de gelovigen van Christus vrij om hun behoeften, vooral hun geestelijke behoeften, en hun wensen kenbaar te maken aan de pastoors van de kerk. Zij hebben het recht, en soms zelfs de plicht, in overeenstemming met hun kennis, competentie en positie, om hun mening over zaken die het welzijn van de Kerk aanbelangen aan de heilige pastoors kenbaar te maken. Ze hebben ook het recht om hun mening aan anderen van Christus 'gelovigen bekend te maken, maar daarbij moeten ze altijd de integriteit van het geloof en de moraal respecteren, de gepaste eerbied tonen aan hun pastoors en rekening houden met zowel het algemeen welzijn als de waardigheid van individuen. . " —Wetboek van Canoniek Recht, 212
Geplaatst in Eduardo Ferreira, Berichten, Andere zielen.